:49:00
Laten we naar
een hotel gaan.
:49:02
Als we weg zijn...
:49:05
in een andere omgeving,
zal je meer ontspannen zijn.
:49:09
We gingen vroeger altijd
naar hotels toe.
:49:11
Het was leuk en opwindend.
- Het was anders toen.
:49:16
Het zal net als
vroeger zijn.
:49:19
Kom, het
zal geweldig zijn.
:49:27
Hoe maakt u het?
:49:30
Wij willen een éénpersoonskamer.
Hoe duur is dat?
:49:33
200 dollar per nacht.
- 200 dollar?
:49:37
Ongelofelijk, dat zelfs de
goedkoopste zo duur geworden zijn.
:49:40
Laten we geen éénpersoons nemen.
Dat is zo goedkoop.
:49:44
We proberen romantisch
te zijn.
:49:46
Je hebt gelijk.
Hebt u een kleine suite?
:49:50
Een kleine suite?
- Een hele kleine.
:49:52
Ik zal even kijken.
Één moment.
:50:05
Moet je zien.
- Het is mooi.
:50:13
Dank u.
- Amuseer je.
:50:15
Hoeveel gaf je hem?
- Drie dollar.
:50:18
Geen vijf?
:50:19
Vijf? Hij heeft alleen
het licht aangedaan.
:50:22
We hebben geen bagage.
Had ik hem vijf moeten geven?
:50:26
Sorry. Het maakt niet uit.
Ik ben gespannen.
:50:30
Is dit niet leuk?
Sexy, om weer in een hotel te zijn.
:50:34
Moeten we kaviaar bestellen?
:50:37
Kaviaar? Je hebt net
een emmer popcorn op.
:50:41
En de pepermunten en
het reuze ijsje.
:50:44
Ik weet het. Ik ga
morgen op dieet.
:50:48
Niet te geloven, wat ze
voor een suite vragen.
:50:50
Het is niet wat
ik verwacht had.
:50:53
Is dat waar je aan denkt?
- Nee.
:50:56
Nee. Ik denk aan hoe
sexy jij bent.