:52:03
Jezus.
- Het spijt me.
:52:05
Dat is wisselgeld, toen ik
de popcorn voor je kocht.
:52:10
Ik kan het niet.
Het moment is verziekt.
:52:13
Zo delicaat kan
het niet zijn.
:52:16
Het gaat niet om, kan niet.
Ik ben een wrak.
:52:19
Sorry.
:52:21
Het spijt me.
Maar ik kan het niet.
:52:24
We beginnen opnieuw.
Met een schone lei.
:52:29
We hebben deze kamer.
Laten we er gebruik van maken.
:52:32
We beginnen opnieuw.
Kom hier.
:52:39
Zie je nou wel?
Dit hebben we al eens gedaan.
:52:47
Jerry?
Ik krijg geen lucht.
:52:50
Hoe bedoel je?
:52:53
Ik krijg geen...
- Hoe bedoel je?
:52:55
Ik krijg geen lucht.
Mijn keel is opgezet.
:52:58
Je keel is niet opgezet,
- Wel. Het is al eens eerder gebeurd.
:53:02
Ga maar zitten.
Amanda, ga zitten.
:53:06
Moet ik water voor
je halen?
:53:10
Nee. Ik ben misselijk.
- Je bent niet misselijk.
:53:12
Wel waar.
- Doe het rustig aan.
:53:16
Moet ik het raam
opendoen?
:53:19
Misschien heb je frisse lucht
nodig. Je wordt wit.
:53:24
Ben je serieus?
:53:25
Ik heb een dokter nodig.
:53:29
Niet waar.
Ga even liggen.
:53:33
Ik ben duizelig.
:53:37
Goed. Wacht even.
:53:39
Haal even adem
door je neus.
:53:42
Kom op.
:53:46
Laat een fooi achter voor
de schoonmaakster.
:53:48
Doet het zeer als ik
op je borst druk?
:53:53
Onder mijn borst
heb ik pijnscheuten.
:53:57
Je linkerborst?
- Ja.