Arven
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:50:13
Wat dacht je wel niet?
Ben je gek geworden?

:50:17
Maria, ik los dit op.
:50:20
Wat gebeurt er?
- Benedikte, luister.

:50:22
Ik ben je zus.
Waarom heb je niets gezegd?

:50:25
Benedikte, rustig aan.
- Besef je wel wat je hebt aangericht?

:50:28
Je hebt moeder er ook in betrokken.
Wat ben je verdomme aan het doen?

:50:32
Je ruïneert mijn leven,
weet je dat wel?

:50:35
Wat is er gebeurd?
:50:37
Christoffer heeft Ulrik ontslagen.
:50:40
Hij werkt er pas twee maanden.
Ulrik werkt er vijftien jaar.

:50:43
Wat heeft hij gedaan?
- Hij zei dat er verschil van inzicht...

:50:46
Verschil van inzicht? Hij verspreidt
valse geruchten over mij en het bedrijf.

:50:51
Hij heeft geheime vergaderingen met
Holger gehad, achter de rug van de familie.

:50:54
Hij zou het hele bedrijf kapot maken.
:50:56
Dat is niet waar.
Ulrik zou zoiets niet doen.

:50:59
Hij heeft het wel gedaan.
Vraag het Nils of moeder.

:51:02
Het is niet waar, Christoffer.
:51:04
Hij deed het wel.
- Je maakt de hele familie kapot.

:51:08
Wat hij deed is onvergefelijk.
Je bent loyaal aan je familie.

:51:13
Je moet hem zijn baan terug geven.
- Dat is idioot. Dat kan ik niet doen.

:51:18
Dan wil ik je nooit meer zien.
- Houd op, Benedikte. Wat kan ik doen?

:51:27
Prima. Vertel moeder dat ik
haar ook nooit meer wil zien.

:51:32
Houd op, Benedikte. Verdomme.
:51:35
Benedikte, ga niet weg.
:51:44
Waarom heb je me niets verteld?
:51:48
Wat is er aan de hand?
Ik begrijp er niets van.

:51:53
Praat met me. Zeg iets.
- Waar wil je over praten?

:51:59
Ik wil praten over
wat er in jouw leven gebeurt.


vorige.
volgende.