:24:02
..wist ik dat de reus
mij niet zou doden.
:24:06
Alhoewel ik toch wilde verkomen dat
hij mijn botten zou breken.
:24:10
Waarom ben je hier?
:24:14
Zodat je me kan opeten.
:24:15
Het dorp besloot een menselijk offer
aan te bieden, ik gaf me vrijwillig op.
:24:20
Mijn armen zijn een beetje vezelig, maar
er is goed te eten aan mijn benen.
:24:23
Ik bedoel dat ik bijna mezelf
kan verleiden om ze op te eten.
:24:28
Dus ik dacht, nou....
:24:31
Als je het nou snel zou doen,
omdat ik niet zo van pijn geniet.
:24:47
Kom op, ik kan zo niet terug!
Ik ben een menselijk offer!
:24:52
Als ik zo terug ga, denken ze
dat ik een lafaard ben.
:24:54
Ik ben liever een diner dan een lafaard.
:24:57
Hier.
:24:59
Je kunt met mijn hand beginnen.
Het zal een heerlijk voorgerecht zijn.
:25:02
Ik wil je niet opeten.
Ik wil niemand opeten.
:25:07
Maar ik krijg zo een honger.
Ik ben gewoon te groot.
:25:12
Heb je er ooit al aan gedacht
dat jij misschien niet te groot bent...
:25:15
..maar deze stad
juist te klein is?
:25:17
Ik heb gehoord over echte steden.
daar zijn de gebouwen zo hoog...
:25:20
..je kunt zelfs niet eens
de bovenkant zien.
:25:23
- Echt?
- Oh, ik zou niet liegen tegen jou.
:25:25
En een lopend buffet.
:25:28
- Want je kan veel eten, toch?
- Ja, dat kan ik.
:25:31
Dus waarom verdoe je je tijd
in een klein stadje?
:25:34
Je bent een grote man,
je hoort in een grote stad.
:25:37
Je probeert me gewoon weg
te krijgen.
:25:41
- Wat is je naam, reus?
- Karl.
:25:44
Mijn naam is Edward,
en om eerlijk te zijn....
:25:48
..wil ik dat je weggaat, Karl.
Maar ik wil met je meegaan.
:25:52
Ik bedoel, denk je dat deze stad
te klein is voor jou?
:25:55
Nou, het is te klein voor een man
met mijn ambities.
:25:58
Dus wat zeg je ervan?
Ga je mee?