:50:51
Oké hier weet ik de weg geloof ik weer.
Als de sneeuw wit is, is het goed.
:50:55
Geel of groen. Is het niet schoon.
Dat heb ik geleerd.
:51:01
Oh dat herrinert me aan de zalmplek vorig jaar.
Een vriend van me stak zijn tong in een ijsberg.
:51:09
En die bevroor aan de berg,
en toen dreef de ijsberg weg...
:51:13
en toen ging zijn tong eraf...
:51:16
en nu moet hij zo praten.
:51:19
Stop jij wel eens met praten?
:51:22
Oh kijk de regenboog, je
kunt de zielen zien vanaf hier.
:51:28
Weet jij iets van de grote zielen ?
Ja... mijn oma en opa zijn daar.
:51:37
Mijn moeder zegt dat de zielen
zorgen voor alle veranderingen in de wereld.
:51:41
Zoals de bladeren van kleur veranderen.
En de maan van vorm.
:51:46
En een kikkervis in een kikker.
:51:48
Oké... ik snap het. Misschien kunnen ze
voor de verandering eens dingen met rust laten.
:51:56
Wat bedoel je?
Mijn broer... zijn ziel is daar.
:51:59
Als hij dat niet was...