1:57:05
Ze hebben zijn jas meegenomen.
1:57:07
Waarom hebben ze zijn jas meegenomen?
1:57:14
Papa.
1:57:27
Hij ademt nog.
1:57:29
Het is Ruby.
1:57:31
Ga niet weer dood.
1:57:39
We moeten hem naar huis brengen.
- Dat haalt hij niet. Hij is te zwak.
1:57:43
Hij heeft bijna al zijn bloed verloren.
1:57:49
Daar is het. Ik voel het.
1:57:51
Heb je het?
- Ja.
1:57:52
Er is een plek dichtbij,
Old Cherokee, heette het.
1:57:57
Er is water en onderdak.
1:58:00
Als hij weer eens kwaad was,
ging ik daar schuilen.
1:58:11
Ik ga wat te eten zoeken.
- Neem het geweer mee.
1:58:52
Draai je om.
1:58:55
Ga terug waar je vandaan gekomen bent.
1:58:59
Ga terug.