2:04:01
Ik heb er drie gehad.
2:04:03
Ik heb ze in het boek meegedragen
dat ik van je heb gekregen.
2:04:08
De Bertram.
2:04:11
Ik heb er waarschijnlijk wel 103 gestuurd.
2:04:19
Heb je mij geschreven?
2:04:21
Wanneer ik maar kon.
2:04:23
Ik kan ze wel samenvatten.
2:04:25
Nee.
- 'Ik bid dat het goed met je gaat.
2:04:28
'Ik bid dat ik in je gedachten ben,
2:04:30
jij bent het die me tegenhoudt om
in de duisternis te verdwijnen.'
2:04:36
Hoe heb ik je weten te houden?
2:04:38
We kenden elkaar nauwelijks.
Het was maar voor een paar momenten.
2:04:41
Een paar duizend momenten.
2:04:46
Ze zijn als een tas,
van kleine diamanten.
2:04:50
Het maakt niet uit of ze echt zijn,
of dat ik ze heb verzonnen.
2:04:56
De vorm van je nek.
2:05:00
Dat is echt.
2:05:02
Hoe je aanvoelde,
toen ik je naar mij toe trok.
2:05:17
Je was het land aan het bewerken.
2:05:21
Je droeg een dienblad.
2:05:24
Je wilde niet binnenkomen.
- Nee, ik wilde niet naar binnen.
2:05:26
Daarom droeg ik een dienblad.
Ik kon zo naar buiten om je te zien.
2:05:33
Die zoen.
2:05:36
Die ik elke dag die ik liep koesterde.
2:05:41
Ik wachtte elke dag.
2:05:44
Smachtend.
2:05:45
Smachtend om je gezicht weer te zien.
2:05:54
Als je mij van binnen kon zien.
2:05:58
Hoe je het ook wilt noemen,
mijn innerlijk. Daar ben ik bang voor.