:37:14
Ik kan het niet.
:37:16
Ik merk dat het een probleem is,
:37:18
dus ik regel het wel deze ene keer.
:37:21
De volgende keer doe je het zelf.
- Ik ga eraan werken.
:37:25
Het is jouw zoon. Dat hij het bij jou
mag doen als je oud bent.
:37:28
Dan weet je dat hij het je verschuldigd is.
:37:31
Dat is hij me schuldig.
- Dat is hij je schuldig.
:37:35
Maak er nou geen grapjes over.
- Ik ga er niet van uit dat jij het doet.
:37:39
Hoe wil je dit aanpakken?
- Ik kan dit wel zelf.
:37:43
Zeker weten?
- Ja.
:37:44
Oké, doe het maar zelf.
:37:49
Als je iets nodig hebt
ben ik hier voor je.
:38:04
Hoe ging het?
:38:07
Het is ernaast gegaan.
:38:08
Wat bedoel je?
:38:09
Het is ernaast gegaan.
:38:12
Lieve hemel, nee.
:38:50
Kom op.
Nee.
:38:53
Kom op. Leg dat neer.
Daar moet je niet mee spelen.
:38:56
En jij hebt mijn vrouw's bloemen vernield.
:38:59
Geef hier. Het is niet de bedoeling...
Ga met iets anders spelen.