1:25:01
Rustig aan, mijn liefste.
1:25:02
Ik doe niet rustig!
1:25:05
ben ik een kind?!
1:25:07
Spreekt niemand de waarheid tegen
me in mijn eigen huis?
1:25:10
Alle heiligen nog aan toe, als je eens
stopt met schreeuwen, kan ik het uitleggen.
1:25:13
Meer leugens?!
1:25:15
Ik wil geen leugens meer
van je horen, moeder.
1:25:18
Ik heb het recht om dat te weten.
1:25:29
Dus.
1:25:33
Geen verstoppertje meer.
1:25:35
Hier ben ik.
1:25:39
Ik wil dat schilderij zien.
1:25:44
Er is geen reden voor.
1:25:46
Geen reden?!
1:25:50
Ben ik te dom om naar een
schilderij te kijken?
1:25:56
Zij kan niet lezen!
Weet je dat?
1:26:00
Ga zitten.
Je zal jezelf uitputten.
1:26:02
Waarom kan ik het niet zien?
1:26:03
Het is gewoon een opdracht. Klaar over een
paar dagen. Je hoeft het niet eens te zien.
1:26:10
Het zijn maar schilderijen.
1:26:12
Plaatjes, voor het geld.
Ze betekenen niets.
1:26:24
Is het waar dat zij mijn parels droeg?
1:26:35
Hoe kon je?
1:26:41
Hoe kon je?
1:26:54
Laat me dat schilderij zien.
1:26:55
Je maakt jezelf ziek.
1:26:57
Je laat het me zien.