Identity
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:13:02
als dat mogelijk is.
:13:10
Kamer acht is heel gezellig.
:13:21
Dat probeerde ik u al te vertellen.
:13:26
Hé! Hé, stop!
Daar kan je niet door.

:13:29
Daar kun je niet door!
:13:32
Lou, wakker worden.
- Wat?

:13:34
Je mobieltje.
:13:36
Wat?
- Heb je een mobiele telefoon?

:13:38
Wie wil dat weten?
:13:40
Er is een ongeluk gebeurd,
een ernstig ongeluk. Een vrouw is gewond.

:13:43
We hebben nu een mobieltje nodig.
- Kerel, doe eens rustig.

:13:46
Ten eerste, weten we niet wie je bent.
Ten tweede, zien we geen ongeluk...

:13:50
Luister nou 's man, ik heb een zwaar
klote, slechte kutdag.

:13:54
Dus als je een mobiele telefoon hebt,
geef hem dan maar!

:13:56
Kerel, we hebben geen gsm,
dus zou je me los kunnen laten?

:14:03
Je moet me een lift geven
de andere kant op.

:14:06
Die kant is ook overstroomd.
Nog erger dan deze.

:14:12
Ginny, doe de koffer open.
Laat ze binnen.

:14:15
Laat ze binnen.
:14:34
Hoi. Hoe gaat het?
:14:43
Is de lijn nog steeds dood. ?
- Ja. Waar is je Lincoln?

:14:46
Zit vast bij een afrit drie kilometer
verderop. De andere kant zit ook dicht.

:14:50
De kinderen gaven ons een lift.
Het meisje was gestrand.

:14:52
Is er geen andere uitweg?
- Is ze een hoertje?

:14:55
Hé! Is er een sluipweg?
:14:57
Waar denk je dat het water heengaat?
Je komt nog geen 150 meter ver.

:14:59
Hoe gaat het met die vrouw?
- Ik weet het niet. Ze zijn in kamer vier.


vorige.
volgende.