1:03:07
Kijk eens.
1:03:14
Waar heb je dat vandaan?
- Lag hier.
1:03:22
Dit klopt niet.
Ze stierf tengevolge van een ongeluk.
1:03:27
George was een ongeluk,
als je Larry gelooft.
1:03:34
Waar is zeven?
1:03:39
Berg het op!
1:04:17
Ik zei het toch dat ik het niet was.
- Dat is onmogelijk.
1:04:22
Ik stond hier en zag het gebeuren.
We zagen het allemaal.
1:04:26
Hij rende weg. Niemand verwachtte
dat hij het zou doen.
1:04:30
Geen één mens.
1:04:32
We zijn terug naar af?
Het zijn de geesten, hè?
1:04:34
Misschien is het de geest van die vent
die Larry in de vriezer gestopt heeft.
1:04:40
Wil iemand me losmaken.
Verdomme!
1:04:42
Ik was het niet.
Echt niet.
1:04:44
Luister.
- We moeten hier weg...
1:04:44
Luister.
- We moeten hier weg...
1:04:46
Neem haar auto en ga weg.
Jij, zij en het kind.
1:04:49
We kunnen nergens heen.
1:04:50
Hoeveel benzine heb je nog?
- Een halve tank.
1:04:52
Daarmee kun je tot zonsopgang rijden.
Kijk me aan.
1:04:55
Als je aankomt waar het overstroomd is,
ga dan de andere kant op.
1:04:57
Ik weet niet of ik dat kan.
1:04:59
Neem het kind en ga.
Nu. Kom op.