:09:19
- Ga in de auto zitten.
:09:22
Wat wil je vandaag gaan doen
kleine meid?
:09:24
- Mam wil dat ik thuis ben met eten.
- Je bent optijd thuis.
:09:27
Wat wil je doen?
:09:30
Wat?
:09:48
- Ik ben je wat verschuldigd.
- O, ja?
:09:52
Dat wil ik weleens zien.
:10:01
Ik zal je eens laten zien wat
ik in Taiwan geleerd heb.
:10:12
Wat?
:10:12
Pap, het eerste wat je van dit spel
moet weten is
:10:16
90 procent ervan moet je
minimaal 1 pin neerhalen.
:10:19
Oh, is dat zo?
Is dat zo?
:10:25
Nu niet.
:10:29
- Zal ik voor je bowlen?
- Ja, het duurt maar een paar minuten.
:10:34
- Lukt het even?
- Ja.
:10:36
Ok.
:10:38
Dit moet wel heel belangrijk zijn
Ik ben bij mijn dochter.
:10:40
- Slecht nieuws. Hij heeft het verpest
- Wat?
:10:42
Hij heeft het verpest.
Je moet het vandaag doen.
:10:43
- Ik dacht dat het vrijdag pas was.
- Dat dacht ik ook.
:10:46
Maar hij heeft het veranderd.
:10:47
- We moeten het nu doen.
- Welnu, zeg het hem.
:10:49
Wat moet ik hem zeggen, Roy?
We kunnen het niet uitstellen.
:10:52
Hij gaat een maand naar de
Kaaiman-eilanden.
:10:54
We moeten het nu doen anders
verliezen we hem.
:10:56
We hebben geen tijd.
Ik moet het geld halen, omkleden...
:10:59
Ernie ophalen.
:10:59
Ik weet het, ik weet het.