1:47:02
We huilden allebei toen ik dat deed.
1:47:04
Hij smeekte me.
1:47:06
Zijn vrouw was zwanger van Brendan.
1:47:10
Hij zei dat hij me kende.
Dat ik een goede kerel was.
1:47:14
Wat vind jij?
Ben ik een goede kerel?
1:47:17
Wie haat je?
1:47:21
Kom, wie?
1:47:23
Niemand.
1:47:26
Wat denk je dat ik gedaan heb?
- Toen ik hem onder water hield...
1:47:31
kon ik voelen dat God
zijn hoofd schudde. Niet boos,
1:47:34
maar als bij een puppy die stout is.
1:47:37
Van wie hou je?
1:47:43
Je houdt van mij.
1:47:47
En van mama?
1:47:53
Als je zoveel van me houdt,
zeg het dan.
1:47:59
Je denkt dat ik Katie heb vermoord?
- Niet praten, Dave.
1:48:04
Ik heb iemand vermoord,
maar niet Katie.
1:48:07
Dit is het verhaal van de overvaller.
1:48:08
Het was een ontuchtpleger.
Hij had seks met kinderen in zijn auto.
1:48:13
Hij was een wolf, een vampier.
1:48:24
Maak dat je wegkomt.
1:48:38
Rennen.
1:48:40
Dave, rennen.
1:48:43
Je hebt een ontuchtpleger vermoord.
- Ja, ik en de jongen.
1:48:48
De gemolesteerd jongen hielp je.
- Nee. Nee.
1:48:51
Je zegt net jij en die jongen.
- Nee, vergeet dat maar.
1:48:55
Ik ben soms in de war.
- Je vrouw verdenkt je van de moord.