:41:00
Als ik hulp nodig heb, zeg ik 't wel.
-ls dit een tv-show?
:41:04
Of laat je het over
aan de deskundigen?
:41:07
Zolang die er niet zijn, doe ik het.
-Grappig.
:41:11
Als er nog meer doden vallen,
heb jij het gedaan.
:41:16
Dit is het City Hotel.
lk wil drie mannen in de lobby.
:41:21
Vijf scherpschutters daarboven,
en twee in de metro.
:41:30
Neem je niet op?
-lk kan hem niet pakken.
:41:33
Ze denken dat het een pistool is.
-Het is vast Kelly die ongerust is.
:41:38
lk kan haar niet geruststellen, hè?
-Vraag om vergiffenis.
:41:43
Je kunt je zonden opbiechten
en om vergiffenis vragen.
:41:48
Je zit in deze situatie
door je leugens.
:41:51
lk zit hier omdat je een geweer hebt.
-Je draait de zaken om.
:41:56
Zelfbedrog. Je krijgt de kans
om alles recht te zetten.
:42:00
Praat met haar.
-Dat kan ik niet.
:42:04
Neem de telefoon op.
:42:07
U mag hier niet langs.
:42:09
Neem hem op.
:42:12
lk kan het niet.
-Moet ik schieten? Praat met haar.
:42:17
Zij belt niet.
-Hoe weet je dat?
:42:20
Jij bent het, klootzak.
:42:24
Je had me door.
Ik ben onder de indruk.
:42:28
Je kunt me doodschieten,
maar je wilt dat zij het doen.
:42:33
Deze dame zegt dat hij haar man is.
:42:36
lk kon het niet geloven.
-Met wie spreekt hij?
:42:39
lk weet het niet.
lk sprak hem vandaag.
:42:42
lk vertelde hem dat een man
me vandaag had gebeld.
:42:47
Raakte hij daardoor van slag?
-Een beetje. Het is niet wat u denkt.
:42:54
lk wist niet wie hij was.
-Wie is z'n psychiater?
:42:58
Die heeft hij niet.
-Voor zover u weet.