Radio
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:55:00
Om dezelfde reden als jij.
:55:05
Verdedigen.
- Verdedigen. Kom op.

:55:10
Hoe gaat het?
- Goed.

:55:13
Die is binnen. Dat is goed.
- Het lijkt erop dat Radio het goed doet.

:55:18
Zolang er een bal is.
:55:20
Hoe gaat het met jou?
:55:22
Bagger, Honeycutt, je kent me.
:55:24
Kerstmis nadert en dan begin ik de dagen
tot het volgende seizoen af te tellen.

:55:28
Hier. Kijk maar eens.
:55:31
Kijk naar hem, Honeycutt.
:55:34
Nog niet zolang geleden
kreeg je geen woord uit hem.

:55:37
Ja, ik mis die dagen soms.
:55:40
Ik ga die gooien.
Ik ga die binnen werpen.

:55:44
Ja, die zit.
Oké, hier gaan we.

:55:49
Oké, gooi maar.
:55:54
Ik neem wel op.
:55:58
Hallo?
- Hé, mevrouw Jones.

:56:00
Het is Radio.
- Hallo, Radio.

:56:02
Is coach Jones er?
:56:03
Een momentje, Radio, ik zal hem halen.
Harold.

:56:06
Mam? Heb je mijn rode speld gezien?
:56:09
Mijn rode haarspeld.
- Ja, op de wasmachine.

:56:12
Harold.
:56:15
Radio, kan ik iets voor je doen.
:56:17
Welke broek moet ik aantrekken?
:56:20
Heeft je mama geen kleren
voor je klaargelegd?

:56:22
Nee, ze is er niet.
:56:24
Ze moet werken vanavond.
:56:26
Kies maar iets en trek het aan.
Het zal vast goed staan.

:56:29
Het is een belangrijke avond.
- We gaan de kerstboom zetten.

:56:33
Is dat zo?
- Ja.

:56:34
Dus pak maar iets
en trek het aan.

:56:39
Harold?
:56:41
Is dat Radio?
:56:47
En deze?
:56:50
Wat?
:56:52
En deze?
:56:54
Zeg hem dat het goed is.
- Die ziet er goed uit.

:56:56
Oké. Radio trekt ze aan.

vorige.
volgende.