1:19:19
Wacht.
1:19:22
Stop, zeg ik.
- Wat doe je?
1:19:25
Ik stap op.
- Waarom ga je weg?
1:19:29
Hou je kop. Oprotten.
1:19:39
Hier heb ik geen trek in.
1:20:09
Klaar?
1:20:13
Nee, laat mij. Loop achter me aan.
1:20:19
Je moet achter ons alles schoonmaken.
1:20:28
Mooi. Geef mij die maar.
1:20:38
Toe, graven.