:31:15
Ik ben zo weg.
:31:29
Wil je je stoel ?
- Neem jij 'm maar.
:32:12
Telefoon.
:32:14
Die moet je op de koop toe nemen.
:32:24
Alles goed ? Is er iets ?
:32:27
Ik heb toch gezegd
dat je me niet op m'n werk moet bellen.
:32:32
Ja, hoezo ?
:32:48
Hier is m'n vrouw.
:32:52
Ze wil je spreken.