:26:01
Het spijt me zo.
:26:04
Ik wist niet dat hier nog iemand was.
:26:07
Kan ik u helpen?
- Ik wil dit boek uitlenen.
:26:14
Heeft u een lezerskaart?
- Nee.
:26:17
Woont u in het dorp?
- Ja.
:26:21
Ik heb een adresbewijs nodig, dus breng
me een brief en dan geef ik u een kaart.
:26:26
Zet die maar op de mijne.
:26:31
Nee, bedankt. Ik kom wel terug.
:26:33
Ben je zeker?
- Ja.
:26:36
Sorry voor gisteren,
ik ben te lang gebleven.
:26:46
Tot ziens.
:26:51
Ik gilde daarnet toen ik hem zag.
:26:54
Dat is niet erg.
:27:14
Olivia liet het daar achter.
Je bent mijn held.
:27:21
Wil je een koud biertje, Fin?
:27:34
Ik ben weg, Fin.
Tot morgen.