:02:04
Marcello. Je bent gek.
:02:09
Bedankt.
:02:11
Hij heeft het niet.
:02:12
Waarom verbaast me dat niet?
:02:15
-Oom, ik wil een ijsje.
-Je wilt een ijsje?
:02:19
-Hoeveel heb je er al op?
-Twee.
:02:21
Twee maar? Dan pak er maar één.
Eerst een kus.
:02:29
Maria, geef haar een ijsje.
Lekker en groot.
:02:33
Is dit jouw bar?
:02:35
We zijn familie.
Ik werk hier.
:02:38
En slaap daar.
:02:41
Boven mijn neef zijn antiekzaak.
:02:47
Heb je dit al geproefd?
:02:48
-Wat is dat?
-Het is limon cello,
:02:50
Wij maken dat.
:02:51
-Maken jullie dit?
-Ja.
:02:53
We pakken de citroen, halen
de schil eraf,
:02:57
dan stoppen we het in een fles
:03:00
met 3/4 alcohol
en 1/4 suiker.
:03:06
Je stopt de schil in de fles,
:03:13
totdat het een gedroogde
kleur heeft.
:03:20
De rest ben ik vergeten.
:03:26
Proef eens.
:03:35
-Hoe smaakt het?
-Ik vind het wel lekker.
:03:40
Hier is je ijsje.
Bravo.
:03:44
Mijn nichtje.
:03:47
Ja.