1:02:01
Jij vermoordde Slavicky.
1:02:04
Geloof je alles wat je op TV ziet?
- Wat moet je?
1:02:07
Is je man thuis?
- Niet als ik thuis ben.
1:02:11
Jammer.
1:02:19
Zeg maar dat ik alles weet
over Beau-line.
1:02:22
Ik zou nog geen gootsteen afdichten
met die troep.
1:02:27
Klets niet. Ik gebruik 't al jaren.
- Het sloopt je.
1:02:31
De moordenaar van Slavicky
wilde dat geheimhouden.
1:02:35
Zeg je dat m'n man een moordenaar is?
1:02:38
Zeg liever waar ie is.
Dan vraag ik 't hem zelf.
1:02:41
Ik zou nu geschokt moeten zijn
en voor 'm op moeten komen.
1:02:45
Maar in werkelijkheid
is hij tot alles in staat.
1:02:50
Zoek je 'm?
1:02:54
Hij is daar.
1:03:00
Dank je.
- Graag gedaan.
1:03:03
Hoe kan ik je bereiken?
- Moeilijk.
1:03:06
Neem mijn mobieltje.
1:03:42
Bel de politie. Wat hier gebeurt...
1:03:46
Zonde van de tijd, denk ik.
1:03:49
Niet doen.
- Wat niet?
1:03:51
Denken. Niet meer doen.
1:03:54
Niet zolang je met mij bent.