Cellular
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:28:06
En geef mij nu die oplader!
:28:12
Hier, hier is uw oplader.
Dank je.

:28:17
Hee Jack.
Dag Bob.

:28:19
Ik stuurde een jongen naar jullie.
:28:22
Hij had een telefoon, met een vrouw
aan de lijn.

:28:25
Een gijzeling of zo, Doe je er nog wat mee?
:28:27
Nee ik had een pers conferentie over die
gangster moorden.

:28:29
Maar ik vraag wel even. Wil je?
Ja hoor. Dank je.

:28:33
He Bob, ik heb even nagedacht.
Jullie doen het goed met dat schoonheids produkt.

:28:41
Het is een dag créme.
:28:56
Verdomme.
:29:30
Jessica ben je daar?
Neem op.

:29:32
Jessica ga zo vlug mogelijk uit huis,
er staat iets te gebeuren, leg later uit.

:29:37
Haal Ricky van school op en verdwijn.
Ik hou van je, ga nu.

:29:46
Oké het gaat weer, ik heb een lader.
:29:49
Ooh mijn God.

vorige.
volgende.