:11:01
Wanneer komt het uit?
- Volgend jaar. Waar heb jij het gelezen?
:11:04
Je uitgever heeft het gestuurd.
Ik heb het vannacht gelezen.
:11:07
Het hield me tot vier uur wakker.
:11:10
Ik voel me gevleid.
:11:12
Is het hoofdpersonage iemand die je kent?
- Ja, iemand die Alice heet.
:11:17
Hoe vindt zij het
dat jij haar leven steelt?
:11:20
Ik leen het. Ik draag het boek
aan haar op. Ze vindt het leuk.
:11:33
Exposeer je ook?
- Soms.
:11:36
Volgend jaar weer.
:11:44
Portretten?
:11:47
Van wie?
- Onbekenden.
:11:53
En hoe vinden de onbekenden het
dat jij hun leven steelt?
:11:56
Ik leen ze.
:11:59
Ben ik een onbekende?
:12:02
Nee. Je bent werk.
:12:05
En een zoutzak. Ga recht zitten.
:12:14
Vond je het niet obsceen?
Het boek.
:12:19
Het was een nauwkeurige beschrijving.
- Van wat?
:12:23
Van seks, en liefde.
:12:26
In welk opzicht?
- Jij hebt het geschreven.
:12:29
Jij hebt het gelezen, tot vier uur.
:12:31
Doe je wenkbrauwen niet omhoog,
dat maakt je zelfingenomen.
:12:42
Maar je vond het mooi.
- Ja, maar ik kon het wegleggen.
:12:52
Sta op.