Closer
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:15:14
Wonen jij en die Alice samen?
:15:22
Ja.
:15:35
Ben je getrouwd?
- Ja.

:15:38
Nee. Ja.
:15:39
Ja of nee?
- Gescheiden.

:15:43
Heb je kinderen?
- Nee.

:15:45
Wil je kinderen?
- Ja, maar niet vandaag.

:15:48
Wil Alice kinderen?
:15:52
Ze is te jong.
:15:54
Ze werkt in een café vlakbij.
:15:57
We hebben hier afgesproken.
Al gauw.

:16:03
Waarom verspil je haar tijd?
:16:06
Je oordeelt snel.
:16:08
Jij bent onoprecht.
- Ik verspil haar tijd niet.

:16:11
Ze is erg lief en ik wil haar niet kwijt.
:16:15
En je wilt niet dat iemand anders
met zijn smerige poten aan haar komt?

:16:19
Mannen zijn klootzakken.
- Maar toch...

:16:21
Blijven het klootzakken.
:16:24
Je muze.
:16:28
Je hebt mijn leven verpest.
- Daar kom je wel overheen.

:16:43
Je overhemd.
:16:56
Ben je klaar?
:16:58
Hoe was de fotograaf?
- Goed. Professioneel.


vorige.
volgende.