:21:02
Ze rookt niet.
Zij heeft wel doorzettingsvermogen.
:21:06
O, zit het zo.
- Ik wil niet dat ze begint.
:21:07
Nee, dat wil je niet.
:21:10
Dit is ons onderonsje.
- Inderdaad.
:21:13
Maar als we een beetje...
:21:17
We kunnen gewoon doorgaan, weet je.
:21:19
Ik zal aan je denken.
:21:23
Ik moet weg.
- Best.
:21:26
Tot snel.
:21:30
Kon ik maar langer blijven.
:21:34
We kwamen net op gang.
- Ik moet echt weg.
:21:43
Tot de volgende keer.
:21:46
Pas goed op jezelf.
- Jij ook.
:22:12
Hij staat er ook niet bij.