1:26:07
Mama, nee!
1:26:09
Wat doe je?
1:26:10
Hij heeft lucht nodig,
Ik moet zijn strot openen.
1:26:13
Uit de weg. Begrijp je niet
dat het dat wilt?
1:26:14
Je vader is aan het sterven.
1:26:21
Ik moet zijn strot openen,
hem laten ademen.
1:26:35
Ik kan het niet.
1:26:38
Ik kan het niet.
1:26:44
Geef hier. Ik doe het wel.
Zeg me wat ik moet doen.
1:27:02
Een sneetje net onder
de adamsappel.
1:27:09
Snel.
1:27:16
Ma!
1:27:19
Pak nu het slangetje.
1:27:21
Duw het in zijn keel.
1:27:25
Welk slangetje?
1:27:27
Het is hier.
- Ma!
1:27:38
Waar is het?
1:27:40
Ma!
1:27:42
Waar?
1:27:45
Ma!
1:27:46
Het is te laat.
1:27:48
Ma!