1:14:00
We zijn er bijna.
- Alles komt goed.
1:14:08
Leg hem hier neer.
1:14:21
Oh God!
1:14:25
Nu weet ik ook niet meer wat
ik moet doen.
1:14:28
Is er niets wat we kunnen doen?
1:14:31
We kunnen de wond schoonmaken,
We hebben water nodig.
1:14:35
Hoeveel water?
- Zoveel hij nodig heeft!
1:15:07
Het komt goed met hem, het komt
weer goed met hem.
1:15:16
Wat heeft hij gezegd?