:57:01
Ik zei dat ik naar het toilet moest.
:57:03
Ik klom uit het raam en ging weg uit de buurt.
:57:06
Ik zag Barney punch ball spelen.
Hij zei dat ik er verdrietig uitzag.
:57:10
Ik vertelde hem wat er met mijn kat gebeurd was.
Hij zei, Dat is verdrietig.
:57:13
Toen moest ik huilen, ik
probeerde het niet te laten zien.
Sommige van de kinderen huilden.
:57:17
Barney zei dat hij moest huilen toen zijn hond
was overleden. De kinderen stopte met lachen.
:57:21
Zijn kat ging dood. Hij was zielig.
Wat is je punt?
:57:24
Er is niks dat je vreemd vind?
- Zie je? Het is niks. Kom we gaan.
:57:26
Deze dingen gebeuren.
:57:29
Oui. Cest vrai.
Het universum is wreed.
:57:32
Maar zeg me dit Mevr. Silver, deze dame
die je de koffie gaf--
:57:36
Was Helens zus. Ik weet haar naam niet meer.
Ik heb haar 1 keer ontmoet.
:57:39
Was er een pijnlijk iets over
deze vreemde?
:57:42
Die onmiddelijke aandacht vereiste?
:57:44
Nee. Helen was niet thuis,
dus bood ik haar zus een kop koffie aan.
:57:49
Maar je geeft toe dat Purree
veel betekende voor Albert?
:57:51
'Je kun geen rechtzaak maken over een kat.
:57:54
Geef antwoord op de vraag, alstublieft.
:57:56
Ik weet niet veel over de kat.
Ik reisde veel voor mijn werk
:58:00
We praten er niet meer over,
het brengt mij in verlegenheid.
:58:02
Dat is juist het punt.
- Wat?
:58:05
'Je voelde je beschaamd voor het
zielig voelen voor de dood van een kat.
:58:08
Het is pijnlijk genoeg om je zielig te voelen
maar daar nog bovenop...
:58:11
...je beschaamd voelen voor gevoel
dat is de boosdoener.
:58:14
Hoe is dat mijn schuld?
Ik zeg hem niet om zich beschaamd te voelen.
:58:17
Maar dat deed je wel. Het was belangrijker
om een kop koffie te nemen...
:58:20
met een complete vreemde
dan met Albert te praten...
:58:23
Over wat voor een kleine jongen een grote tragedie is.
- Dat is onzin.
:58:27
Hij klom uit zijn raam,
een crimineel in zijn eigen huis.
:58:30
Waarom?
- Ik weet het niet.
:58:33
Ik denk dat je het wel weet.
- Ik weet het niet.
:58:34
- 'Ja, dat weet je wel.
- Oh, stop daarmee!
:58:35
- Ik denk dat je moet gaan.
- Nee, ik ga niet.
:58:38
Albert heeft een plek hier,
een plek die jij hebt ontkent.
:58:41
Dit is mijn huis.
Ik kan hem zeggen wat ik wil.
:58:44
'Ja, jou huis is een leugen.
- Wat heeft dat te betekenen? Ik gaf
mijn leven aan dit egoiiistische bas--
:58:48
Zodat hij een ornament voor jou kon zijn,
niet een persoon.
:58:51
- God, wat ben jij, een kreng?
:58:53
'Je bent een kreng.
Hoeveel kinderen heb jij, kreng?
:58:55
Luister. Luister.
Dit is je moeder.