1:27:46
De Romeinen hebben de muur verlaten.
1:27:49
En de ridders?
1:27:50
Zij leiden een karavaan weg
van het fort.
1:27:52
Zij gaan naar het zuiden...
1:27:54
met hun staart tussen de benen.
1:27:56
Dus, er zal geen tegenstand zijn?
1:27:59
Een paar dozijn burgers.
1:28:04
We gaan je mensen afslachten.
Ik denk dat je moet kijken.
1:28:10
Daar is misschien een goede plaats.
1:28:12
Daar op de heuvel.
1:28:21
Een ridder alleen.
1:28:27
Zei je niet net dat ze weg waren?
1:28:29
Wat is dit?
1:28:30
Een geest?
1:28:33
Eén man. Een kleine vlieg op de
rug van je grote leger.
1:28:39
Wie is hij?