:55:03
Oké, zet hem maar aan.
:55:06
Zet...
:55:09
de stroom...
:55:11
Zet...
:55:13
zet hem af.
:55:18
Het is rommel. Hij doet het niet.
:55:21
Dat had ik je ook
wel kunnen vertellen.
:55:37
Ik zei toch die met twaalf,
niet met vierentwintig.
:55:41
Je zult gewoon moeten
passen en meten.
:55:43
Hou je bek. De hele wereld kan het horen.
:55:45
Leg het terug.
:55:54
Je weet dat we het amusement pakket
niet kunnen betalen.
:55:57
Denk je dat het geld ons op de rug groeit?
Leg het terug.
:56:01
En haal wat luiers voor jou
en je broer als je toch bezig bent.
:56:07
We kunnen hier wat van gebruiken.
Dat kan ik je verzekeren.
:56:10
We kunnen die gebruiken.
:56:23
Die is te bleek.
:56:29
Dat klopt.
- Mooi.
:56:44
Deze proeft alsof de koe een ui op heeft.
:56:48
Dat klopt.
- Mooi.
:56:54
Ze zijn best goed.
Er is maar één probleem.
:56:59
Die kleine jongen daar,
hij heeft tepel nummer vijf.