:45:04
Hoe kom ik erachter wie
daar zitten? Ik zoek m'n man.
:45:10
Hij is vanmorgen opgehaald.
:45:15
Vraag 't die middelste politieman.
:45:27
Die rotkou.
Schieten, dan verdwijnen ze wel.
:45:30
Daarvoor hebben we geen opdracht.
- En als ze de hele nacht blijven?
:45:36
Ze krijgen 't wel gauw koud.
- Die vriezen liever dood.
:45:49
Met die ring kan ik alles wensen
wat ik wil.
:45:56
Ga naar huis.
Je lippen zijn al blauw.
:45:59
Kan ik niet met u mee?
- Nee, dat gaat niet.
:46:06
Ik heb m'n sleutel verloren.
- Dan bel je bij de buren aan.
:46:09
Er is niemand meer.
- Wie weet wat ze nog meer bedenken.
:46:26
Het is toch te donker. Ik laat je
niet meer alleen naar huis gaan.