1:33:00
Wil je haar foto even pakken?
Hij staat op de vleugel.
1:33:07
Dat meisje met die twee strikken
in 't haar. Dat is ze.
1:33:31
Wat zou er van haar geworden zijn?
1:33:40
Is 't dan al zo laat?
Hoe laat is 't, Hannah?
1:33:46
Acht uur.
1:33:48
Genoeg voor vandaag. Anders
kom je nooit meer in de buitenlucht.
1:34:05
Dit bracht de postbode vanmorgen.
1:34:09
'Ben onderweg naar 't oosten.
Kop op. Hans.'
1:34:14
'Ik vraag de vinder van deze kaart
hem te versturen.'
1:34:21
Godallemachtig.
1:34:26
Ik raad je aan
naar de Burgstrasse te gaan.
1:34:30
Wat moet jij hier met die nazispeld?
- Ik ben Gudruns zus.
1:34:35
Doe toch af.
- Waarom?
1:34:38
Ik sta hier voor de man van m'n zus.
M'n zus is m'n familie.
1:34:42
En mijn familie is m'n man.
En die zit daar binnen.