:04:01
Ze zijn ergens ondergedoken.
Ze duiken ook wel weer op.
:04:06
M'n vrouw noemt dat
het gruwelsprookje van ons bestaan.
:04:11
Bang wanneer de bel gaat,
Bang voor martelingen...
:04:15
...voor de beledigingen, haat,
de eeuwige honger.
:04:20
Steeds nieuwe verboden,
het naderende doodsgevaar.
:04:23
Alles even afschuwelijk
als in een sprookje van Grimm.
:04:27
Misschien stoppen ze ons ook nog
in de oven zoals in Hans en Grietje.
:04:36
En toch waren er ook momenten waarop
m'n vrouw en ik alles konden vergeten.
:04:53
Ik zoek m'n dochter. Ze zou in
dit gebouw zijn. Ze is nog 'n kind.
:04:59
Heeft iemand haar gezien?
Ze heet Erika Schlesinger.
:05:03
Ja, ik. We zijn samen hierheen gebracht.
:05:11
Ze is 'n pienter meisje.
- Ja, dat is ze.
:05:15
Praat morgen met onze joodse bewaker.
Hij is nog jong. Hij helpt wel.
:05:30
Hij heeft waarschijnlijk koorts.
Sorry.
:05:36
Brand.
:05:45
Stilte.
:05:49
Stil, verdomme.