:09:01
Ik ben de vriend van een van uw patiënten.
:09:04
Ja?
- Missy Vangilder.
:09:06
U bent Drew. Hemeltje.
:09:08
Wat bedoelt u daarmee?
- Dat mag ik niet zeggen.
:09:11
Hoe heeft u mij gevonden?
- Ik heb iemand omgekocht op uw dienst.
:09:14
Ze mag wel beter gaan presteren
of u zult haar moeten ontslaan.
:09:17
Voor 200 dollar vertelde ze me alles.
:09:19
Wat jij wilt.
- Ik heb een paar minuten nodig.
:09:21
Rugzakken op de band.
De gameboy ook.
:09:24
U moet me helpen.
Ik wil niet alleen zijn met kerst.
:09:27
Hou op, alsjeblieft.
:09:28
Ze moet de beer op de band leggen.
:09:30
Kan ze er niet mee door de poort?
:09:32
Ze moet de beer op de band leggen.
:09:34
Het is een puppy.
- Dat weet ik.
:09:36
Leg Tu-Tu maar op de band,
dan kan ze een ritje maken.
:09:38
Mijn Tu-Tu.
- Ik heb maar even nodig.
:09:40
Als je even wilt wachten.
:09:42
Geef mij die puppy maar.
- Meneer, u moet hierdoor lopen.
:09:45
U mishandelt uw kind.
- Zie je niet dat ik zelf problemen heb?
:09:50
Rustig aan.
- Het spijt me.
:09:53
Ik weet het al.
:09:57
Ik heb het op de radio gehoord.
Meer kan ik niet doen.
:09:59
Schrijf de grieven over uw familie
op een papiertje.
:10:02
Alle ergernissen.
:10:04
Ga naar een plek die u doet denken
aan uw kindertijd.
:10:07
En steek bij zonsondergang
dat papiertje in brand.
:10:10
Terwijl het laatste restje papier
verbrandt, fluister je,
:10:13
'Ik vergeef je'.
:10:15
'Ik vergeef je.'
:10:17
En het verbrandt.
- Ja.
:10:19
Dat bevalt me wel.
:10:20
Bedankt voor de tip.
:10:23
Prettige vakantie.
- Waar is mijn dochter?
:10:25
Meneer?
:10:26
Daar is ze.
:10:28
Kom eruit. Doe het voor mij.
:10:44
Mijn ergernissen.