1:18:00
Ja, ik denk het.
1:18:05
Dat zou jammer zijn.
1:18:10
Waar lach je mee?
1:18:12
Niets. Het is gewoon ironisch.
1:18:16
Ik betaalde zoveel geld
om een deel van jouw familie te zijn.
1:18:18
Jij geeft het gewoon weg.
1:18:23
Kijk eens naar dit.
1:18:24
Dat is het ticket voor Doo-Dah's toneelstuk.
1:18:27
Ja. Ik heb het mijne ook.
1:18:40
Ik ben niet zo goed in excuses.
Ik weet niet of ze daarbinnen zijn.
1:18:43
Kom op.
Wat heb je te verliezen?
1:18:49
Wat wil je van mij?
1:18:51
Veel.
1:18:53
Wie ben je?
1:18:55
Bij leven was ik je partner.
1:18:57
Zie je iemand?
1:18:59
Dat is Doo-Dah, daar.
1:19:01
Wat is de reden van dit bezoek?
1:19:03
Het wordt laat
en ik heb hard gewerkt.
1:19:05
Hij is nog zo slecht niet.
1:19:07
Om je te waarschuwen, Ebenezer.
1:19:09
Zo goed is hij nu ook weer niet.
1:19:11
Ik ga Christine zoeken.
1:19:13
Leer van mij.
1:19:18
Mijn geest waarde nooit
verder dan ons telhuis.
1:19:22
Hij dwaalde nooit verder dan
ons geldwisselhol.
1:19:28
Dus ik ben veroordeeld
1:19:30
tot het dwalen door de wereld
1:19:33
om geconfronteerd te worden
met wat ik had kunnen delen op aarde
1:19:37
en wie ik gelukkig had kunnen maken.
1:19:42
Wat doe jij hier?
1:19:43
Je was altijd al een goed zakenman.
1:19:46
Doo-Dah's familie, hé?
1:19:51
Ik ben het, schuif op.
1:19:54
Nee, zoek een andere lege zitplaats.
1:19:57
Schuif op, Brian. Kom op.