The Notebook
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:54:14
Goed je te zien.
:54:16
Bloed je ergens? Alles goed?
:54:19
Ik hou van je.
:54:22
Kom op, ik wil je wat laten zien.
:54:30
Wat is er gebeurd?
Wat is er?

:54:35
Ik heb het huis verkocht.
:54:37
Heb je het huis verkocht?
:54:39
Aan het eind van de maand moet ik eruit.
:54:41
Met de opbrengst en je spaargeld
kun je het eindelijk kopen.

:54:45
Wat kopen?
- Je droomhuis, Windsor Plantation.

:54:49
Ik wil er niks meer over horen.
De bank verstrekt je een lening.

:54:54
Ik kan je je huis niet laten verkopen.
- Te laat.

:54:58
Het is een mooie kans, je moet het doen.
:55:09
Waar ga je wonen nu het huis verkocht is?
:55:10
Bij jou. Waar anders, domkop?
Ik help je bij het opknappen.

:55:23
Noah ging bij het huis kijken,
maar zag maar één ding: Allie.

:55:30
In theorie kon het
zijn levensdroom vervullen.

:55:35
Hij zou het huis helemaal herbouwen.
:55:41
Toen Noah naar Charleston ging
om de bouwplannen te laten goedkeuren,

:55:44
bemoeide het lot zich ermee.
:55:47
Hij zag zijn meisje.
:55:56
Stop de bus.

vorige.
volgende.