:41:09
Ik wist niet wat er gebeurd was.
:41:10
Ik was niet op iets plats gevallen,
het was rond aan beide zijden.
:41:13
En ik gleed verder in het donker.
:41:22
Ik denk dat het een val van 50m was.
:41:25
Ik was verwonderd nog te leven.
:41:43
Mijn hoofdlamp straalde naar beneden
:41:46
en ik zag geen einde.
:41:50
Ik voelde me heel ongemakkelijk
en kwetsbaar.
:41:54
Eén meter meer naar rechts,
:41:58
en ik was in dat grote
gat gevallen.
:42:04
Ik kreeg de sneeuwschroef er snel in.
:42:15
En toen keek ik in het rond en dacht na,
:42:18
"Jezus, hier kom ik nooit uit."
:42:31
Mijn touw ging helemaal naar boven,
25m, tot aan de ingang.
:42:35
En ik dacht dat Simon daar was.
:42:41
Maar ik was zeker dat hij dood was
en dat het niks betekende.
:42:45
Ik dacht: "Als ik aan het touw trek
zal het strakker rond hem komen."
:42:48
Want hij zou van de rand gevallen zijn,
:42:53
en daar als een dood tegengewicht hangen.
:42:55
Het touw zou terug naar boven komen.
:42:59
Dus dacht ik: "Ik trek het
touw strak rond zijn lichaam."