1:25:01
Ze waren boven me en ze volgden,
1:25:04
ik kroop verder naar beneden,
1:25:08
overtuigd dat ze achter me liepen.
1:25:13
Ik dacht: "Dat zou dom zijn,
ze zouden toch komen helpen."
1:25:19
En ik overtuigde mezelf dat ze volgden,
1:25:21
want ze wilden me niet beschamen,
want ik plaste in mijn broek en weende.
1:25:28
Ik weet niet hoelang het duurde,
misschien een uur.
1:25:33
Ik geloofde het helemaal en
plots sprong de zeepbel.
1:25:41
Ik realiseerde me dat ze er niet
waren en ik was compleet van de kaart.
1:25:58
Het was rond 4 uur toen ik
aan het meer kwam.
1:26:04
Ik wist dat er aan de andere
kant een merenguedam was.
1:26:08
En van boven op die dam,
1:26:09
zou ik naar de vallei kunnen kijken
en het basiskamp kunnen zien.
1:26:13
Ik zou de tenten zelfs kunnen zien.
1:26:17
Dit was de eerste keer dat ik dacht:
1:26:19
"Ik ga het halen! Ik ga het echt halen!"
1:26:26
En op het moment dat ik het dacht,
kwam het volgende in me op:
1:26:30
"Zal er wel iemand zijn?"
1:26:34
Ik dacht: "Jezus, het is 4
dagen geleden dat ik Simon zag."
1:26:40
En ik kwam tot de conclusie:
"Waarom zouden ze er nog zijn?"
1:26:47
Ik wist dat het om 6 uur donker was.
"Ik moest er geraken, het moest!"
1:26:51
En ik probeerde het uiterste te geven.