:29:03
Briseïs.
- Paris.
:29:08
Mijn liefste nicht. Je schoonheid
neemt toe met elke nieuwe maan.
:29:16
Een dienares van Apollo nu.
:29:18
De mannen van Troje waren ten einde
raad toen Briseïs voor de goden koos.
:29:44
Vader, ik weet dat we dit
niet kunnen gebruiken..
:29:48
Het is de wil van de goden,
alles is in hun handen.
:29:53
Maar het verbaast me
dat jij het hebt toegestaan.
:29:56
Als ik hem om haar laat strijden, begraaf
je een zoon en verwelkom je geen dochter.
:30:00
We kunnen vredesboodschappers
naar Menelaüs sturen.
:30:04
Je kent Menelaüs.
Hij spietst hun hoofden op zijn poort.
:30:07
Wat wil je dat ik doe?
:30:09
Zet haar op een schip
en stuur haar naar huis.
:30:15
Vrouwen hebben altijd van Paris gehouden
en hij van hen, maar dit is anders.
:30:21
Er is iets in hem veranderd.
:30:23
Als we haar terug naar Menelaüs sturen,
zal hij haar volgen.
:30:28
Dit is mijn land...
:30:29
en dit zijn mijn mensen.
Ik wil hen niet zien lijden...
:30:33
zodat mijn broer zijn zin kan krijgen.
:30:35
En het zijn niet alleen de Spartanen
die achter haar aankomen.
:30:38
Ondertussen is Menelaüs al
naar Agamemnon gegaan...
:30:40
en Agamemnon wil ons al jaren
vernietigen.
:30:43
Al eeuwen vallen vijanden ons aan,
maar onze muren staan nog.
:30:48
Vader, we kunnen deze oorlog niet winnen.
:30:52
Apollo beschermt ons.
:30:55
Zelfs Agamemnon is geen partij
voor de goden.
:30:59
En hoeveel bataljons vraagt
de Zonnegod van ons?