:37:02
zijn vermogen om veldslagen te winnen
is van belang.
:37:05
Hij heeft gelijk.
Het moreel van de manschappen is laag.
:37:08
Zelfs als ik vrede kon sluiten
met Achilles,
:37:11
dan zou hij nog niet naar me luisteren.
:37:14
Hij rijgt me liever aan zijn speer
dan dat hij naar me luistert.
:37:19
Ik zal met hem praten.
- Hij zal het meisje terugwillen.
:37:22
Hij mag haar hebben.
:37:26
Ik heb haar niet aangeraakt.
- Waar is ze?
:37:28
Ik heb haar aan de mannen gegeven.
:37:32
Ze hebben afleiding nodig na vandaag.
:37:40
Geef haar aan mij.
:37:42
Wie mag eerst?
:37:45
Trojaanse hoer.
- Wat is dit? Het gewaad van een maagd.
:37:49
Die zul je niet meer nodig hebben.
- Hou haar vast.
:37:58
Beter een Spartaanse slaaf dan een...
- Achilles.
:38:31
Ben je gewond?
:38:39
Je hebt gevochten, je hebt lef.
:38:41
Terugvechten als je wordt aangevallen,
een hond zou hetzelfde doen.