1:14:04
Dank je.
1:14:13
Heb je hier twee kinderen zien rondhangen?
1:14:18
Ik heb er een verderop gezien.
1:14:21
Hij bond zijn babysitter met
prikkeldraad aan een boom.
1:14:28
Hoe zag hij eruit?
1:14:30
Als een kind, denk ik.
1:14:34
Hij had een dubbele kin.
1:14:37
Erg verbrandt in de zon.
1:14:45
Wat is er?
1:14:47
Ik heb mijn kauwgum doorgeslikt.
1:14:53
Hoe ben je aan dat ding
op je gezicht gekomen?
1:14:59
Ik stikte door mijn kauwgum.
1:15:04
Best raar.
1:15:09
Ik heb die radiateur
zo snel mogelijk gemaakt.
1:15:13
Hij zal nu best een tijdje meegaan.
1:15:15
Hou haar gloeiend heet.
1:15:18
Oké.
1:15:20
Dag.
1:15:23
Tot ziens.
- Bedankt hè.
1:15:30
Ben je nu aan het huilen?
1:15:33
Waar lijkt het op dat ik doe?
1:15:35
Snot aan het overgeven.
1:15:38
Ik zal je snot geven.
Ik geef het precies waar je...
1:15:43
Dit gaat in je grote, dikke,
stomme, babymond.