:06:00
Hij is moederziel alleen,
maar hij lijkt me wel aardig.
:06:03
Een harde werker.
- Is hij dat kleine, kale mannetje?
:06:06
Nee, die stevige.
- Juist het tegenovergestelde.
:06:10
Niet gek als je alleen toast met boter eet.
- Lekker, toast met boter.
:06:13
Niet elke avond.
- Vind ik niet erg.
:06:15
Niet? Ik wil jouw gezicht wel eens zien
als je dat elke avond eet.
:06:19
Ik braad wel iets voor hem.
:06:21
Krijgen we dan knoedels?
Daar ben ik dol op.
:06:23
Je bent zelf een knoedel.
- Mooi is dat.
:06:26
Waarom heb je je werkkleren nog aan?
- Het is dinsdag. Dan heb ik avondschool.
:06:30
Ik moet zo gaan.
:06:32
Knoedel.
:06:58
Ik zie David vanavond.
:07:03
Je hebt weinig boezem.
:07:06
Ben je afgevallen?
:07:10
Weet ik niet.
:07:20
Het was heerlijk. Dank je wel.
- Heel erg lekker.
:07:23
Geen dank. Ga lekker zitten.
Doe alsof je thuis bent.
:07:27
Dan roken we een sigaret.
:07:28
Zet even verse thee, Ethel.
:07:43
Hoe is je werk, Stan?
Motoren, toch?
:07:46
Automonteur. Ik duw ze binnen,
we repareren en dan gaan ze weer.
:07:50
We zijn met tweeën, ik en mijn broer.
- Een familiebedrijf dus.
:07:54
Het is van Frank.
Ik werk voor hem, met hem.
:07:58
Heb jij altijd aan de weg gewerkt?
- Nee, begonnen in de oorlog.