:36:03
Heb je een van je mindere dagen?
:36:07
Ik ben er ziek van.
- Ik zet de ketel op het vuur.
:36:21
Heb je vannacht niet geslapen?
- In deze staat kun je niet slapen.
:36:27
Heb je vandaag helemaal niet geslapen?
- Nee.
:36:30
Toch ben je hier het best af.
:36:34
Ik had moeten werken.
- Je kunt zo niet gaan werken.
:36:38
Iemand moet geld verdienen.
Als ik thuis blijf, doet zij het ook.
:36:42
Als dit lang duurt, verlies ik mijn baan.
:36:44
Jij kunt er niks aan doen.
- Zeg dat maar tegen je baas.
:36:48
Mannen begrijpen niks. Rotzakken.
:36:58
Is dit je eerste zwangerschap?
- Ja.
:37:04
Wat vindt de vader ervan?
:37:09
Mijn ouders mogen het niet weten.
:37:11
Nee, ik bedoel de vader van het kind.
:37:17
Kom vlug hier zitten.
:37:27
Heb je overwogen het kind te houden?
:37:32
Dat kan ik niet.
:37:36
Ik zal je helpen.
:37:38
Ik vrees dat we het tere punt
van geld wel moeten bespreken.
:37:42
Het gaat 150 pond kosten.
:37:45
Hoeveel heb je tot je beschikking?
:37:50
Iets meer dan 100 pond.
:37:53
We zullen beginnen met 100 gienje.
Vooruit betaald, contant.
:37:59
Je moet wel naar een psychiater.
- Dat weet ik.