:42:10
Kijk eens aan.
:42:14
Ik zet deze weer onder het bed.
:42:23
Dat duurde toch niet zo lang, hè?
:42:27
Hoezo? Bent u al klaar?
- Ja.
:42:30
Wanneer zie ik u dan weer?
- Wat zeg je?
:42:34
U moet toch terug komen?
:42:37
Nee, mijn taak zit er op.
Nu moet je alleen wachten.
:42:42
Waarop wacht ik dan?
- Tot het weg is.
:42:47
U heeft alleen wat water gebruikt.
- Maak je niet ongerust.
:42:51
En als er iets misgaat?
- Het volgende gaat nu gebeuren.
:42:56
Morgen of zondag voel je wat pijn
daar beneden en ga je naar de wc.
:43:02
Je gaat bloeden, alles komt eruit
en je bent weer in orde.
:43:08
Jij kunt nu een warme kop thee gebruiken.
:43:12
Hou je haaks.
:43:40
Hallo, liefje.
- Goedemorgen, Mrs Drake.
:43:46
Hallo, mama.
:43:47
Goedemorgen, liefje.
Hoe was je weekend?
:43:50
Heerlijk, dank u.
Hoe was het in Norfolk?
:43:53
Draaglijk. Erg zonnig. Buitengewoon.