:44:17
Heb je het geld?
:44:19
Ik heb twee pond.
Dat heeft ze me gezegd.
:44:22
Dat klopt dan niet, het is twee gienje.
- Het spijt me.
:44:26
Voor spijt koop je niks.
- Je wilt je geld nu hebben?
:44:29
Ik wil in elk geval niet
volgende week mijn geld.
:44:38
Waar is je man trouwens?
:44:40
In Korea, als je het wilt weten.
:44:43
Hij zit in het leger?
- Ja, twee gienje.
:44:52
Dus het is niet van hem?
:44:55
Wat is er? Tong verloren?
:45:03
U hebt dit voor veel meisjes gedaan, hè?
- Bemoei je met je eigen zaken.
:45:07
Ik vraag het maar.
- En ik zeg het maar.
:45:15
Schrijf je adres daar maar neer.
:45:19
Ze is er om vijf uur.
Begin niet over het geld.
:45:22
Dat blijft tussen jou en mij.
:45:24
Begrepen?
- Ja.
:45:35
Kun je er een op vrijdag doen?
- Om vijf uur? Dat is goed.
:45:40
Een getrouwde dame
met wat probleempjes.
:45:42
Hoezo dan?
- Stiekem, zonder dat haar man het wist.
:45:45
Dat hoort niet.
- Dat vind ik ook niet.
:45:49
Toch moet ik haar helpen.
:45:51
Hoe ging het met dat bruintje?
- Ik had medelijden met haar.
:45:55
Ver van huis.
- Ze was heel bang.
:45:57
Wat doen ze hier eigenlijk?
:45:59
Een beter leven zoeken, denk ik.