:01:01
Hé, proficiat.
Je bent de winnaar Judy.
:01:03
Goedemorgen, Handy.
:01:04
Goedemorgen, Kent. Hé,
dat ziet er goed uit.
:01:05
Ja, ja. Morgen, Harve.
:01:08
Morgen, Kent. - Morgen, Harve.
- Morgen, Handy.
:01:10
Morgen, Harve. - Morgen, Morris.
- Morgen, Handy.
:01:13
Goedemorgen, Morris.
Goedemorgen, Reuben.
:01:15
Goedemorgen, Handy.
- Morgen, Stu. Morgen, Fern.
:01:18
Goedemorgen, Handy.
- Goedemorgen.
:01:21
Nieuwe sokken, Harve?
- Ja.
:01:24
Ik vind ze mooi.
Ze passen goed bij... elkaar.
:01:27
Dank je.
- Goedemorgen, Handy.
:01:29
Hé, Mandy. Ik had je niet gezien.
:01:33
Klaar, jongens? Kom op, nu.
:01:35
Eén, twee. Ja.
:01:38
Mooi. Goed gedaan.
:01:46
Morgen.
:01:49
Morgen, Irma.
:01:52
Hé, wat ben je aan het eten?
Hé, Bruce.
:01:56
Hé, papa is thuis.
:02:00
Kom op, Plunger. Ga nu maar.
:02:02
Hé, schatje.
- Goedemorgen, Martha.
:02:04
Half zeven is veel te vroeg.
:02:06
Het is niet te vroeg
voor Bruce, niet?
:02:08
Bruce heeft geen
aandacht voor de tijd.
:02:10
Bruce heeft last van een
slechte adem 's morgens.
:02:13
Niet te geloven.
:02:14
Ik bedoel, hij besloot
een week vroeger te komen,
:02:16
en ze verwachten dan dat wij
al het werk al afhebben?
:02:19
Wel, hij is de President.
:02:20
Hij krijgt gewoon wat hij wil.
:02:22
We zullen ervoor zorgen.
:02:24
Weet je wat ik zo
leuk vind aan Bruce?
:02:26
Als hij hier is, ziet
mijn neus er normaal uit.
:02:28
Ja, maar zijn neus past
bij zijn gezicht, baas.
:02:31
Je bent niet grappig,
Bob. Laten we gaan.
:02:35
Wie schrijft er de
toespraak van dinsdag?
:02:38
Nee, ik vind 'm niet goed.
:02:44
Wacht even, alsjeblieft.
:02:45
Heel eventjes.
:02:52
Begrepen. Nu.
:02:57
Dat was geluk,
Mr. President.