1:33:00
Ja.
- Overhemden?
1:33:02
Dat is een mooi overhemd.
Kijk deze eens.
1:33:04
Overhemden.
1:33:06
Die pijpen gaan helemaal tot
op de grond.
1:33:08
Hier.
- Sokken. Ja.
1:33:11
Zijn we hier zo'n beetje klaar?
- Wacht even.
1:33:14
We willen niet dat onze broek afzakt
midden in 'Ik wil'.
1:33:18
Dat wil niemand zien.
1:33:29
Ik dacht dat je gestopt was met roken.
1:33:33
Dat was ik ook.
1:33:49
Wat is er, Em?
1:34:03
Wat is dit?
- Ik heb trek.
1:34:05
Dat kan me niet schelen, je moet wachten.
1:34:07
Mam.
- Wat?
1:34:08
Heb je mijn stropdas gezien?
- Nee. Heb je in je kamer gekeken?
1:34:10
Ik weet niet waar hij is.
1:34:13
Zorg maar dat je hem vindt.
1:34:15
Is dat mijn strikje?
1:34:17
Mam.
- Wat is er?
1:34:18
Graham heeft mijn strikje.
- Waarom heeft hij jouw strikje?
1:34:20
Weet ik niet. Waarom?
Geef hier.
1:34:24
Hallo, ik probeer dit nummer al
de hele ochtend, en ik was benieuwd
1:34:27
of u kan uitzoeken of er iets
mis is met de lijn
1:34:29
of dat hij afgesloten is of dat ik
via de centrale verbonden kan worden?
1:34:34
Ze slaapt.
- Oké, toch bedankt.
1:34:37
Is alles ingepakt?
Ik heb het busje bij.
1:34:38
Ik ga niet verhuizen.
- Wat is er aan de hand?
1:34:45
Ben en ik zijn uit elkaar.
1:34:48
Schatje toch.
1:34:51
Gaat het wel?
Waarom heb je me niet gebeld?
1:34:55
Wat is er gebeurd?
- Ik moest dit doen.
1:34:59
We gaan even zitten
en we halen even diep adem.