Dear Frankie
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:21:02
Alles in orde?
- Ja, alles goed. Prima.

:21:23
Ik heb geld nodig voor de melkboer.
We moeten hem nog drie weken.

:21:27
Mijn tasje ligt op tafel
en doe dat nooit meer.

:21:30
Wat?
- Binnenkomen zonder kloppen.

:21:32
Ik dacht dat je Frankie was.
- Je moet geen geheimen hebben.

:21:38
Doe de deur dicht.
Ik moet je iets laten zien.

:21:59
Ik wist dat zoiets zou gebeuren.
Ik zei het nog, niet?

:22:04
Wat doen we nu?
- Verhuizen?

:22:07
Lizzie, liefje,
je kunt niet blijven lopen.

:22:10
Je moet het onder ogen zien.
:22:13
Vertel Frankie de waarheid.
Hij moet weten hoe z'n vader was.

:22:20
Dan zou hij hem niet meer willen zien.
Ben je vergeten hoe hij was?

:22:24
Nee, maar het is nu voorbij.
Afgelopen. Davey is dood.

:22:28
Niet waar. Ik check de krant elke week.
Ik weet dat hij niet dood is.

:22:32
Hij kan ieder moment binnenwandelen
en nemen wat van hem is.

:22:35
Dat doet hij niet.
:22:36
Hoe weet je dat?
- Dat weet ik gewoon.

:22:40
Lizzie, je bent m'n dochter
en ik hou van je maar je hebt het mis.

:22:44
Je leeft niet meer.
Jij bent degene die dood is.

:22:50
Dat is niet wat Frankie nodig heeft.
Hij hoeft geen brieven met leugens.

:22:55
Hij heeft mensen nodig.

vorige.
volgende.