:45:00
ben ik sprakeloos.
:45:06
Telkens weer.
:45:38
Als hij over vijf minuten niet terug is
ga ik zelf naar de haven.
:45:41
Hoe weet je waar hij is?
- Waar zou jij heen gaan?
:45:46
Hij zal niet aan boord gaan.
:45:48
Hoe weet jij dat? Je kent hem niet eens.
:45:52
Hij wil de verrassing niet bederven.
:45:56
Als ik een gokker was, wat ik niet ben,
zou ik er geld op verwedden.
:46:13
Moeder, doe iets nuttig
en kook wat water.
:46:20
Wil je wat thee?
Sorry, ik ken je naam niet.
:46:28
Hoe heet Frankies vader?
- Dat verschilt.
:46:36
Davey.
:46:38
Noem me dan Davey.
:46:45
Bederf dit niet.
Deze dag is voor hem.
:46:53
Heb je het geld?