:52:13
Dit is mijn vader.
:52:16
Dat weet ik.
:52:33
Het gaat goed?
- Denk je?
:52:37
Wat is er?
- Niks.
:52:40
Dit wilde je toch?
- Inderdaad.
:52:48
Hij zal hem niet van je afnemen.
Dat kan niemand.
:52:58
Waar gaan ze heen?
:53:01
Hij neemt hem toch niet mee
naar het schip?
:53:06
Wacht, Lizzie.
:53:44
Een groot schip, hè?
:53:50
Daar kan geen haai tegenop.