1:34:15
Ik weet dat het hard klinkt,
maar Davey deed jullie een plezier.
1:34:19
Het is voorbij.
1:34:25
Marie?
- Wat?
1:34:28
Wie was hij?
1:34:31
Mijn broer.
1:34:40
Ik moet gaan.
1:34:45
Waar ga je heen?
- Ik zie je straks wel.
1:34:51
Wil je dat ik de postbus controleer?
- Er zal niets in zitten.
1:34:55
Post laten doorzenden kost geld.
Ik kijk even, voor alle zekerheid.
1:35:46
Bedankt voor het boek. Ik heb het
twee keer gelezen van kaft tot kaft.
1:35:54
Ik nam het mee naar school.
Ik weet dat je dat niet erg vindt.
1:35:57
M'n leraar zette het op de natuurtafel.